10 korte historische animatiefilms
Bannerexpositie beschikbaar
Indien u geïnteresseerd bent in de bannerexpositie van Pahlawan Maluku, laat ons dat dan weten per e-mail: info@ceritafakta.nl. U kunt ook op de foto klikken. De expositie bestaat uit 11 banners in het formaat 85 x 200 cm.
Bestel de kaartenset
(mapje met 10 kaarten)
U kunt de kaartenset Pahlawan Maluku (à € 12,50) bestellen per e-mail: info@ceritafakta.nl. U kunt ook op de foto klikken.
De opbrengst van de verkoop van de kaartenset gaat naar de aanschaf van tekenmaterialen voor de leerlingen van de lagere school van SMP Negeri Gwamar Dobo (Aru), waar tekenaar en animator Tessart Saija tekenlessen geeft.
Foto-impressie van de presentatie op 28 januari 2024 in het OBA-theater in Amsterdam
Fotografie: Valerie Leijs
Presentatie Pahlawan Maluku
Molukse helden tegen Nederlands kolonialisme
Zondag 28 januari, 13:00-17:00 uur, OBA Amsterdam
Verslag door: Monique Doppert
Op deze mooie, heldere zondagmiddag loopt de OBA-theaterzaal snel vol. Meer dan 200 mensen komen bijeen voor de presentatie van Pahlawan Maluku – Molukse helden tegen Nederlands kolonialisme. Het publiek vormt een divers gezelschap, van jong, oud, studenten tot professionals uit het onderwijs. Allen zijn benieuwd naar de serie korte historische animatiefilms over Molukkers en hun rol in de strijd tegen het Nederlands kolonialisme, en het panelgesprek.
Het betreft een ‘onbelichte zijde van een gedeelde geschiedenis’, aldus de organisatie Cerita Fakta. Zij heeft de animatiereeks Molukse Helden verdeeld over verschillende periodes in de geschiedenis, rekening houdend met een evenwichtige mix van christenen en moslims, mannen en vrouwen. Hun gemeenschappelijke deler? Ieder heeft zich actief verzet tegen het kolonialisme.
Ontmoetingsplek
Nadat iedereen een zitplaats heeft gevonden, heet Sharon Sourbag, gastvrouw en gespreksleider, het publiek welkom. Vervolgens geeft ze het woord aan Victor Joseph van Cerita Fakta die hun keuze voor de vorm animatie toelicht. ‘Animatie is populair, snel, cool, kleurrijk en voor iedereen toegankelijk. Daarom kan het een ontmoetingspunt zijn. Ook al verschil je van mening, het is een plek waar je elkaar vindt. Het is het antwoord op de vraag kami ketemu dimana?’ Als voorbeeld noemt hij het werk van de kunstenaar Tessart Saija uit Ambon, die in een clip kort aan het woord komt over zijn keuze van Molukse helden en de samenwerking met Nederland.
Hierna geeft woordkunstenaar Jooz Pentury de inhoudelijke aftrap met Hoofdstuk 6 Molukse geschiedenis. Voor hem is de pen je grootste wapen. (zie link hieronder)
Ook voor Joao Loupatty, docent design, technologie en ethiek, is creativiteit zijn belangrijkste gereedschap. Loupatty is de coördinator van het animatieproject, het hoofdonderwerp van deze middag. Hij vertelt over het creatieve proces, hoe en door wie de acht verhalen zijn gemaakt. Er komt veel bij kijken: onderzoek, een script schrijven, animaties maken, tekeningen, teksten en redigeren.
Loupatty: ‘Een team studenten en makers, zowel hier als op de Molukken, heeft de animaties gemaakt. Ze hebben onderling veel van elkaar geleerd ook over de Molukse geschiedenis. Het was zoveel; ik heb veel moeten samenvatten. Elk persoon, elke held is een eigen film waard.’ Tot slot bedankt Loupatty de aanwezige makers, op de eerste rij.
Toegankelijk
Dan volgt op groot scherm de vertoning van de acht animatiefilms. Na een lang, bewonderend applaus, begint het panelgesprek. Gespreksleider Sourbag stelt de vier deelnemers voor. Naast Loupatty zijn aangeschoven, historicus Wim Manuhutu, Magda Pattiiha, docent en ‘Leraar van het Jaar Speciaal Onderwijs’ en Kimberly Kwanten, docente bij ‘Discussiëren Kun je Leren’.
Het eerste thema focust op de animatie als vorm. Zijn animatiefilms een toegankelijke manier om over de geschiedenis te vertellen? Voor Loupatty is het helder: ‘Jazeker, anders zat ik hier niet. Door complexe onderwerpen te visualiseren kan je veel mensen bereiken. Met animatie kan je veel informatie op een heldere manier overbrengen. Wij zijn uitgegaan van een doelgroep die is geïnteresseerd in geschiedenis, dus niet per se kinderen.’ Via animatie is het eenvoudiger om meerdere invalshoeken te laten zien, volgens Loupatty. Zo krijgen kijkers ook andere kanten van het verhaal mee.
Vanuit haar onderwijsexpertise voegt Pattiiha toe dat animaties nieuwsgierigheid kunnen opwekken. ‘Dan kan je informatie meegeven voor verdere verdieping.’ Pattiiha wil jongeren leren hoe om te gaan met bronnenmateriaal en de context te schetsen: ‘Leerlingen leren luisteren naar een ander, zodat ze later goede burgers worden.’ En zeker spelen sociale media een rol hierbij, dat moet wel in deze tijd. Anders gaat je verhaal verloren, vindt Loupatty: ’Jongeren met hun korte aandachtspanne kunnen via korte video’s wel veel informatie opnemen.’
Niet de waarheid
Manuhutu complimenteert de makers, hij vindt animaties een prachtige manier om het gesprek te beginnen. Het gevaar is echter dat veel mensen denken dat het daarna klaar is, vreest hij. ‘Terwijl de uitdaging is om een animatie te gebruiken als begin van gesprek. ‘Bij de term ‘held’ zou een vraagteken kunnen staan. Voor de één is iemand een held, voor de ander is dezelfde persoon een terrorist.’ Manahutu benadrukt dat er gevaar kan schuilen in het comprimeren van informatie.
Zijn de makers zich bewust van de impact van hun boodschap? ‘Het gaat niet om alleen om wat maar vooral ook hoe je het verhaal vertelt.’ En daarin heb je als maker een verantwoordelijkheid, vindt Loupatty. ‘Je moet als verteller over voldoende kennis beschikken. Je kiest een bepaalde invalshoek. Dat is niet de waarheid, het is één kant. En er zijn altijd meerdere kanten aan een verhaal.’
Sensitiviteit ontwikkelen
Hierna maakt gesprekleidster Sourbag een bruggetje naar het tweede onderwerp van deze middag: de aandacht voor het koloniaal verleden in het onderwijs. Er is een groeiende aandacht voor de koloniale geschiedenis, in de vorm van boeken, films, tentoonstellingen, het dekolonisatie onderzoek en het rapport Bussemaker.
Onderwijsprofessional Kwanten ziet meer deuren opengaan. ‘Er komt meer aandacht voor meerstemmigheid, gelaagdheid en nuance. Mijn moeder vond het, als Indonesische, niet fijn als haar kinderen, wij dus, Indisch werden genoemd. Om dat te begrijpen moet je meer weten van de geschiedenis. Dan ontwikkel je een sensitiviteit en word je je bewust van de gelaagdheid. Koloniale geschiedenis raakt aan veel thema’s die andere nieuwkomers zullen herkennen. Zoals bijvoorbeeld het navigeren tussen verschillende werelden, je woorden zorgvuldig kiezen, je onveilig voelen in bepaalde situaties. Als docent kan ik dit proces van een afstand bekijken; zonder de trauma’s van mijn ouders.’
Pattiiha vult aan dat deze sensitiviteit vanuit docent naar student niet vanzelfsprekend is. ‘Ik pleit ervoor dat het ontwikkelen van deze gevoeligheid een onderdeel wordt in de docentenopleiding. Sommige docenten vinden het lastig, zoals het ter sprake brengen van de oorlog tussen Hamas en Israël. Zij laten deze discussies liever over aan professionals zoals Kim. Maar ook Jooz besteedt in zijn werk aandacht aan kinderen met een diverse culturele achtergrond.’
Heden en verleden
Volgens Manuhutu is de groeiende aandacht voor het koloniale verleden een verandering. ‘Verhalen zoals over de Vereniging Indische Studenten, net zoals het verhaal over Anton de Kom, laten de verbanden zien. Daartegen komt natuurlijk weerstand (jullie pakken ons altijd af, het is al zo lang geleden, er mag ook niets meer), dat blijkt ook uit verkiezingsuitslag. Maar we zijn hier niet te gast, en daartoe moet Nederland zich verhouden. Vooral de jongere generaties pikken het niet meer.’
Dat is een duidelijke ontwikkeling. Maar hoe zijn verleden en heden te koppelen in het onderwijsveld? Kwanten noemt als voorbeeld het project Koloniale sporen in mijn buurt, waarin leerlingen leren door ontmoeting met ouderen uit hun buurt. ‘Daarin wordt in een uur de betekenis van ‘kolonialisme’ uitgelegd. Hoe zat het systeem in elkaar, waarom kon het zo succesvol zijn en hoe trek je lessen daaruit door naar tegenwoordig. Op deze manier spreekt het meer tot de verbeelding van jongeren. Zo hoop ik zaadjes te planten en hen de verbanden te laten zien.’ Ze geeft nog een voorbeeld. Voor de klas stelt ze de vraag: wie heeft een mobiele telefoon? Alle vingers gaan de lucht in. Weet iemand waar de telefoon uit bestaat en waar hij wordt gemaakt? En zo begint ze met het verhaal over kobalt; dat dit metaal vaak onder mensonterende omstandigheden wordt gewonnen in Congo, een voormalige kolonie van België.
Leren luisteren
Het rapport Deel en Verbind, olv Jet Bussemaker, adviseerde het kabinet om de kennis over de geschiedenis van Nederlands-Indië/Indonesië een prominentere plek te geven in het onderwijs. De favoriete aanbeveling uit het rapport voor Pattiiha is: één vindplaats waar alles is te vinden. ‘Betrouwbare informatie en kennis is nu versnipperd. Ook moet het curriculum op de scholen veranderen, en dat is niet makkelijk. Het onderwijs heeft didactisch handleidingen nodig, zodat docenten weten hoe ermee om te gaan.’ Samengevat, deze informatie en kennis moet makkelijk vindbaar en toegankelijk zijn, en zijn voorzien van een goede handleiding.
Of storytelling en animatie geschikte tools zijn voor het onderwijs, hangt volgens Pattiiha ook af van de vaardigheden van de docent. Ze benadrukt dat de getoonde animaties geweldig zijn: ‘Ze kunnen jongeren activeren, en hopelijk gaan ze zelf dingen uitzoeken.’
Volgens Manuhutu geeft juist de animatie vorm veel ruimte om het verhaal goed te vertellen. ‘Het is niet saai, en vaak wil je meer weten, hoe zit het dan verder? Het is een mooi medium om gesprekken op gang te brengen. Zo leer je andere verhalen kennen en te luisteren naar andere mensen. Daarbij hoef je het niet met elkaar eens te zijn.’
Ook buiten school, op straat valt veel te leren over de koloniale geschiedenis. Manuhutu vertelt over een straatnamenproject in de Indische buurt, in Amsterdam. Door uitleg te geven aan de hand van de vele straatnamen vernoemd naar eilanden en gebieden in en rond Indonesië. Van Ambonplein tot Sumatraplantsoen, wie wil er nu niet in de Javastraat wonen? Manuhutu: ‘Op toegankelijke manier draagt dit project meer kennis en informatie over. En de naam van de JP Coenschool was eenvoudig te wijzigen. Nu nog de Coentunnel.’
Bijdragen aan vrijheid
Tot slot vraagt Sourbag of de panelleden een laatste gedachte of tip willen meegeven. Loupatty hoopt dat deze animatieserie andere makers zal inspireren om nog meer Molukse helden te belichten. ‘Dat kan animatie zijn, of een andere vorm zoals podcasts, posters en videoclips. Het gaat erom dat we onze verhalen blijven vertellen, vanuit verschillende perspectieven.’
Als Pattiiha terugkijkt op hetgeen is gezegd, ziet ze dat de inbreng van de forumleden vanuit verschillende perspectieven mooi aaneensluiten. ‘Er ligt nieuw lesmateriaal met een nieuwe werkvorm, dat ruimte biedt voor het gesprek. En hieraan ligt sensitiviteit, een luisterende houding en acceptatie van elkaar aan ten grondslag.’
In deze korte animatiefilms wordt volgens Kimberley niet alleen een geschiedenis van geweld en onderdrukking verteld, maar ook een verhaal van moed, verzet en opkomen voor je rechten. ‘Daarom mogen deze verhalen niet ontbreken in onze koloniale geschiedenislessen. Als docent realiseer ik me hoe belangrijk het is om kinderen in hun kracht te zetten. Voor kinderen met een familiegeschiedenis in een voormalige kolonie is het cruciaal om te horen dat hun voorouders zich niet zomaar gewonnen gaven. Maar ook voor de andere kinderen is het belangrijk om deze verzetsbewegingen goed te begrijpen. Het ontwikkelen van een moreel kompas bij kinderen en jongeren werkt niet door alleen geweld en onderdrukking te benadrukken. Juist voor jongeren moeten ook de verhalen van verzet centraal staan.’
Zij geeft aan haar leerlingen de boodschap mee dat we niet slechts toeschouwers zijn, maar actieve deelnemers in hedendaagse vraagstukken. ‘Jouw stem, jouw betrokkenheid, kunnen bijdragen aan rechtvaardigheid en vrijheid. Mogen deze korte animatiefilms ons niet alleen raken, maar ook aanzetten tot actie. Zij herinneren ons aan de kracht die schuilt in verzet en opkomen voor wat juist is.’
Veelstemmigheid en een breed palet van invalshoeken staan duidelijk centraal deze middag. Nadat Sourbag iedereen heeft bedankt en de bijeenkomst afsluit, volgt een levendig samenzijn in de foyer van het OBA-theater. Behalve gezellig napraten, bewonderen veel aanwezigen de banner-expositie, opgesteld langs de wand.
Klik op de naam om naar de link te gaan
Foto-impressie van de presentatie op 10 februari 2024 in Kyu Coffee in Ambon
Fotografie: Ryo Diasz
Presentatie Pahlawan Maluku
Molukse helden tegen Nederlands kolonialisme
Zaterdag 10 februari, 19:00-20:45 uur
Kyu Coffee, Jalan Melati no 1 in Ambon
Verslag door: Victor Joseph
In een goed gevulde zaal met meer dan dan 50 bezoekers vond de animatie vertoning Pahlawan Maluku plaats op de locatie Kyu Coffee Eatery in Ambon. Zaterdag 10 februari om 19:00 uur Ambon-tijd konden de bezoekers drie animaties zien over Johannes Latuharhary, Martha Christina Tiahahu en Pattimura. Overigens zijn deze animaties samen met andere animaties nu te vinden op www.pahlawan-maluku.nl
In de bijna twee uur durende presentatie konden de makers Tessart Saija en Andy Jhon Korwa vragen van het publiek beantwoorden en complimenten in ontvangst nemen (‘luar biasa’).
Het is de eerste keer dat een animatiefilm over Molukse helden op Ambon te zien is.
Vragen over de samenwerking met Nederland, de research en over het gebruik in het onderwijs domineerden het gesprek.
Over de research zou er niet alleen informatie uit Nederland moeten worden gebruikt, maar meer de lokale bronnen. De animatie van Pattimura en Martha Tiahahu waren nog in het Nederlands, die van Latuharhary was met een voice-over in de bahasa Indonesia. Een suggestie vanuit de zaal is om alle versies in de bahasa daerah te maken.
Gebruik voor het onderwijs staat boven op de lijst. ‘Onze kinderen en leerlingen weten te weinig over de lokale helden. Dit materiaal is qua lengte geschikt voor op scholen. Wat is het vervolg? Hoe kunnen ze op school deze animaties verkrijgen?’ Vragen die de komende periode door beide organisaties zal worden opgepakt. De zaal was enthousiast dat er een begin is gemaakt met dit soort animaties. De algemene conclusie was dan ook: het vraagt naar meer!
Foto-impressie van de presentatie op 14 februari 2024 in Kapitaal in Utrecht
Fotografie: Cerita Fakta
Presentatie Pahlawan Maluku
Molukse helden tegen Nederlands kolonialisme
Woensdag 14 februari, 19:00-20:30 uur
Kapitaal, Paardenveld 5 in Utrecht
Verslag door: Cerita Fakta
In de inspirerende omgeving van de open studio voor analoge printtechnieken Kapitaal waar Carlien en Ramon een sociale plek hebben gecreëerd waar vakmanschap, design en popcultuur elkaar ontmoeten, presenteert docent en coördinator van het creatief team, Joao Loupatty voor een jong publiek de screening van de animatieserie Pahlawan Maluku – Molukse helden tegen Nederlands kolonialisme.
Hij vertelt dat er met enthousiaste mensen aan gewerkt is onder niet altijd makkelijke omstandigheden. ‘Zo wisten we in veel gevallen niet hoe iemand eruit had gezien omdat er geen beeldmateriaal van bestond. Dat was een uitdaging. Want hoe beeld je iemand waarheidsgetrouw uit en hoe doe je onderzoek als je bijvoorbeeld alleen een helm en een kledingstuk als beeldmateriaal hebt?’ Om dat te achterhalen heeft het team soms ook gebruik gemaakt van AI door archiefmateriaal te verzamelen en aan AI tools te voeren. Op het scherm zien we hier een kleine verzameling voorbeelden van. Zo kon hij afbeeldingen creëren die weer als inspiratie dienden voor de makers. Ook sprak hij over de cultuurhistorische kennis die nodig was voor deze opdracht.
Om de werkwijze te illustreren haalt Daniël het voorbeeld aan van het materiaal van Sultan Nuku, die leefde in de periode 1738-1805, en van wie achterhaald moest worden hoe zijn vader, Jamaluddin, eruit had gezien. ‘Om hem zo getrouw mogelijk te kunnen afbeelden is er o.a. gekeken naar de klederdracht uit die tijd om zo toch vorm te kunnen geven aan de persoon’.
Het CMD-team, bestaande uit Chanel Sliwa, Shannen Tool en Daniel Sie, vertelt dat ze veel hadden geleerd over ‘verhalen die gehoord moeten worden, want hier op school hebben we alleen de Nederlandse kant gehoord’. Iedereen hoopt dat de animatieserie in een educatietraject terecht zal komen en zo voor meer context kan zorgen binnen onze gedeelde geschiedenis.
In totaal coördineerde Joao de werkzaamheden van 8 tekenaars/animators uit Nederland en de Molukken in Indonesië.
Klik op beeld of tekst voor de animaties