Speech Cisca Pattipilohy 1e Dekoloniale Indië Herdenking 16 augustus 2021

Deel dit artikel

Cisca Pattipilohy portret

Speech van Cisca Pattipilohy bij de eerste Dekoloniale Indië Herdenking in Amsterdam. Het was voor de eerste keer dat er gesproken werd over de invloed van de oorlog op de Indonesische miljoenenbevolking. In haar speech bracht ze de Indonesische kant van 3,5 eeuw kolonialisme, als misdaad tegen de menselijkheid, onder de aandacht.

Speech:

Het is de eerste keer dat ik een uitnodiging krijg om het einde van de Tweede Wereldoorlog te herdenken.

Wij Indonesiërs hebben geen speciale herinnering aan 15 augustus 1945, in tegenstelling tot twee dagen later: aan 17 augustus. 17 augustus was een onvergetelijke dag toen Soekarno de zelfstandige Republik Indonesia uitriep vanuit zijn woning op Pegangsaan Timur (ons huis bevond zich in een zijstraat daarvan).

Later hoorden we dat op 15 augustus 1945 Japan verslagen was en zich had overgegeven. Daardoor was ons land van de laatste bezetter bevrijd en hadden we ons eigen land teruggekregen. Japan toen nog overtuigd de oorlog te zullen  winnen had op 15 augustus tegen de Indonesische leiders gezegd dat Indonesië er nu zelf voor stond. Onder druk van een groep jongeren riep Soekarno op 17 augustus 1945 de zelfstandige Republiek Indonesia uit. Echter onze vroegere kolonisator, Nederland, vond dat ze hun vroegere rijke kolonie hard nodig hadden nadat ze behoorlijk berooid uit de 5-jarige bezetting van Duitsland waren gekomen. Indonesië moest weer zo spoedig mogelijk onder hun beheer komen. Het Indonesische onontwikkelde volk moest nog worden ‘opgeheven’ zodat ze in de toekomst een grote mate van  zelfstandigheid konden krijgen.  Voorlopig moest ‘de orde en rust’ hersteld worden met behulp van de Engelse troepenmacht. Dit ongelofelijke plan tot voortzetting van het oude kolonialisme, met het door de Japanners opgezette republiek ten spoedigste vernietigen, riep de woede op van honderdduizenden jeugdige Indonesiërs. En zij besloten om hun land te verdedigen tot aan de dood.

Maar de Engelse troepenmacht had nog geen troepen beschikbaar om Indonesia te beheersen tot pas in september ’45. Na de proclamatie van de RI, had deze zich in heel Java en Sumatra binnen een week gevormd. Dit werd gevolgd door Sulawesi, Borneo en Maluku. Toen in september ’45 de eerste kleine groep Engelse militairen in de grote steden Jakarta en Surabaya landden, braken de eerste rellen uit. De Nederlanders hadden de Engelsen te hulp geroepen om hun koloniale macht te herstellen. Dat had de woede van honderdduizenden jonge Indonesiërs tussen de 15 en 25 jaar opgewekt. Tijdens de Japanse bezetting had het Japanse leger begin 1944 Indonesische jongeren militaire training gegeven met het oog ze voor te bereiden om eventueel het Japanse leger bij te staan in hun oorlogsstrijd indien nodig. Deze pemuda’s (jongeren) waren vastbesloten hun land te verdedigen tot de dood, ook al hadden ze in het begin alleen bamboe speren (die overigens even dodelijk kunnen zijn als een kogel). Voor ons waren de jaren ’45-’49 de bloedigste en meest verwoestende jaren tot de soevereiniteitsoverdracht in december 1949. Voor ons was 15 augustus 1945 niet alleen het begin van de zelfstandige Republik Indonesia maar ook het einde van het kolonialisme in Azië. Maar die laatste 4 jaar waren de 4 verschrikkelijkste jaren van de Tweede Wereldoorlog met honderdduizenden verwoeste kampongs.

Wat mij alle jaren heeft getroffen is dat hier in Nederland het einde van de Tweede Wereldoorlog in Azië, met allerlei ceremoniën en toespraken wordt herdacht, maar dat er geen aandacht wordt besteed aan de honderdduizenden burgerslachtoffers en vernielde kampongs van de ex-kolonie Nederlands-Indië. En dit terwijl het 3,5 eeuwen lang door uitbuiting, slavernij, goedkope of onbetaalde arbeid, gezorgd heeft dat de ongelofelijke rijkdom die er door verkregen werd voor Nederland, zeker tot 1942 en ook nu nog, Nederland tot een van de rijkste landen ter wereld heeft gemaakt. Geen enkele erkenning, laat staan excuus en al helemaal geen dankbaarheid is er geuit.

Pas een decennium geleden werd er ook aandacht besteed aan het eind van de Tweede Wereldoorlog in de Oost. Alleen gaat dat dan alleen over de Nederlandse slachtoffers en al helemaal niet over de miljoenen vermoorde en tot slaaf gemaakte Indonesiërs.

Erger, Indonesia heeft voor de Nederlandse agressieoorlog zelfs elf miljard gulden moeten betalen aan de Nederlandse regering. Maar de Nederlandse regering heeft een ongelofelijk plooibaar geheugen.

Er is in de laatste decennia, vooral na de Black Lives Matter-beweging, een stuk geschiedenis als de slavernij in West-Indië in de publieke belangstelling gebracht. En begin dit jaar werd ons tijdens een gesprek met de directeur geschiedenis van het Rijksmuseum gemeld, dat er ook een uitgebreide tentoonstelling over de revolutie in de Oost (Indonesië) zal komen waar nu al aan gewerkt wordt.

Het is wel een bittere ervaring dat Nederland zich druk maakt en zich schuldig voelt voor de moorden in Sebrenica – al is dat ook pas na jaren gebeurd – maar dat Nederland nooit vermeld heeft hoe de Indonesische bevolking zich voelde… na de 3,5 eeuw als niet bestaand/geregistreerd burger-inlanders, naamloos, als slaven, goedkope of onbetaalde arbeidskrachten die op duizenden plantages, in mijnen en huishoudens de arbeid verrichten die miljarden opleverden voor de reusachtige rijkdom van de Nederlandse staat. Het Internationaal Gerechtshof heeft kolonialisme als een misdaad tegen de mensheid vastgesteld.

Dus het is nooit te laat om daar verandering in aan te brengen, deze herdenking zal dat wellicht doen?!

Dit vind je misschien ook interessant

Menu