Cut Meutia wordt geboren in Perlak, Noord Sumatra. Samen met de bevolking vecht ze tegen de overheersing en kolonisatie van Atjeh. In 1899 leiden ze een succesvolle aanval tegen de bezetter. De twee jaar erna maken hun troepen geen beweging om de vijand te laten denken dat ze het hadden opgegeven.
Rond 1900 komen veel Atjeh-strijders om het leven. De Nederlandse troepen hadden de binnenlanden van Atjeh al bereikt. Samen met haar man leidt Cut Meutia de guerillastrijders in Pasai.
In 1901 vallen de de Atjehers aan en vernietigen de Nederlandse verdediging. De Sultan van Atjeh benoemt haar man, Teuku Cik Tunong, tot hoofd van het district Keureutoe. Tussen 1901 en 1903 vechten ze in het noordoosten van Atjeh waar ze er in slagen tien Nederlandse KNIL soldaten te doden en 67 vuurwapens buit te maken. Door informatie van twee spionnen die voor de Nederlanders werken nemen ze Teuku Cik Tunong in 1905 gevangen en fusilleren hem.
Cut Meutia hertrouwt met commandant Pang Naggroe. Samen met hem, de manschappen en haar elfjarige zoon Raja Sabil zet ze de strijd voort. Als Pang Naggroe in 1910 ook gedood wordt neemt zij het over. Met nog maar 45 manschappen en 13 vuurwapens wordt Cut Meutia de nieuwe commandant. Maar in het moerasgebied van Paya Cicem, vindt het Nederlandse leger hun schuilplaats.
Cut Meutia verdedigt zichzelf met haar rencong, een traditioneel mes, maar wordt door Nederlandse soldaten met schoten in haar hoofd en borst vermoord. In 1964 krijgt zij postuum de titel Nationale Held van Indonesië.
Cut Nyak Meutia
Atjeh Sumatra / 1870-1910
