Ruhana is een activist voor vrouwenemancipatie en heeft twee passies: onderwijs voor vrouwen en journalistiek. Van jongs af aan wordt zij gestimuleerd door haar vader. Op jonge leeftijd spreekt zij Nederlands, leert Arabisch, Latijn en Maleise alfabetten. Van een Nederlandse leert ze vaardigheden als naaien, haken en breien.
Toegang tot goed onderwijs is voor vrouwen in de koloniale tijd zeer beperkt. In februari 1911 richt Kuddus daarom de Amai Setia Craft School op, een speciale school voor vrouwenvaardigheden zoals financieel management, lezen, schrijven, religieuze opvoeding en Nederlands.
Als ‘Poetri Hindia’, waar Kuddus voor schrijft, door de Nederlandse koloniale overheid verboden wordt, start ze in 1912 de krant ‘Sunting Melayu’ op. Het is de eerste krant waar de hoofdredacteur en de redacteuren vrouwen zijn.
Als de aanvallen van de koloniale bezetter op de bevolking toenemen, helpt Ruhana de politieke beweging met het schrijven van pamfletten. Daarnaast richt ze gaarkeukens op voor de guerillastrijders. Het is haar idee om wapens van Kotogadang naar Bukittinggi te smokkelen door ze te verstoppen in groente en fruit dat vervolgens met de trein naar Payakumbuh wordt gebracht.
Later in Medan geeft ze les en leidt ze de krant ‘Perempuan Ponsel’. Terug in Padang, wordt ze redacteur bij o.a. de ‘Radiokrant’ en ‘Cahaya Sumatra’.
Op de Nationale Persdag in 1974 ontvangt ze een onderscheiding als eerste vrouwelijke Indonesische journalist en op de Nationale Persdag in 1987 krijgt ze de onderscheiding ‘pionier van de Indonesische pers’. In 2007 ontvangt ze de Main Service Star. En in 2019 ontvangt haar kleinzoon Janeydy, postuum, de onderscheiding van ‘Nationale Held’ voor zijn grootmoeder.
Ruhana Kuddus
Koto Gadang West-Sumatra / 1884 – Jakarta / 1974
