In zijn boek ‘Women Carving History’ beschrijft Mulyono Atmosiswartoputra hoe zwaar de Nederlandse bezetting was voor de bewoners van Minangkabau. ‘De belastingregels in combinatie met willekeurige acties tegen mensen zoals marteling, dwangarbeid, verkrachtingen en andere woeste daden die de harten van mensen raakten, waaronder Siti niet zweeg’.
Al eeuwen gaat men er in Minangkabau vanuit dat het land toebehoort aan de gemeenschap of clan. Het koloniale systeem waarbij elke huishouding belasting moet betalen aan de bezetter over inkomsten, land, vee, tabak en huizen wekt de woede van de bevolking. De belastingregels van de Nederlanders zijn sterk in strijd met de gebruiken van de lokale gemeenschap. Het is vernederend en vertrapt de waardigheid.
Siti wordt geboren als jongste in een gezin van zes kinderen, ze is het enige meisje maar sinds jong al een stoere vechter.
Met een groep jongeren neemt Siti Manggopoh, die de bijnaam ‘de Leeuw van Minangkabau’ heeft, het in 1908 op tegen de Nederlandse bezetter. Zij voert het verzet aan tegen de koloniale overheid in de zogenaamde Belastingoorlog. Met haar plan slaagt ze er met haar troepen in, waaronder veertien jongeren, om 53 van de soldaten die het fort bewaken te doden. Op 16 juni 1908 zijn de bezetters zo overweldigd dat ze hulp vragen aan Nederlandse soldaten van buiten het dorp.
Met haar jonge zoon vlucht ze het bos in. Ze wordt gearresteerd en gevangen gezet in Lubuk Basung, 16 maanden in Pariaman en 12 maanden in Padang. Uiteindelijk wordt ze vrijgelaten. Haar man wordt verbannen naar Manado.
Haar standbeeld staat in Simpang Gudang, Lubuk Basung, op weg naar West Pasaman.
Siti Manggopoh
Sumatra / 1880-1965
