Nyi Ageng Serang wordt in 1752 geboren in Serang, ten noorden van Surakarta, als Raden Ajeng Kustiyah Wulaningish Retno Edhi, dochter van Pangeran Natapraja. Al jong vecht ze aan de zijde van haar vader tegen de Nederlanders. Als haar vader overlijdt, neemt zij zijn positie over en krijgt ze de naam Nyi Ageng Serang.
Later, in 1825, aan het begin van de Java-oorlog, ze is dan 73, voert ze vanaf een stretcher de strijdmacht aan om Pangeran Diponegoro, leider van de opstand tegen het Nederlands bestuur, te helpen in de strijd. Als oorlogsadviseur wordt ze vergezeld door haar schoonzoon Raden Mas Pakpak. Ze was actief in verschillende gebieden als Semarang, Kudus en Rembang. Maar haar belangrijkste taak is om het gebied rond de Prambanan, het grootste Hindoeïstische tempelcomplex op Java, te beschermen tegen de Nederlanders.
Een van haar bekendste strategieën was om de lumbu, de groene tarobladeren, te gebruiken als vermomming. Haar strijders maakten de lumbu vast aan palen zodat het leek op een taroboomgaard. In 1828 stopt ze met vechten. Haar schoonzoon zet de strijd voort. Nyi Ageng Serang overlijdt in 1838 en wordt begraven in Yogyakarta. In 1974 krijgt ze de titel van Nationale Held van Indonesië. In Jakarta is Dinas Kebudayaan dan Permuseuman, het Cultuur en Museumgebouw naar haar vernoemd.
De Java-oorlog duurde van 1825-1830 en kost rond de 200.000 Javanen het leven.
Nyi Ageng Serang
Java / 1752-1838
